Gevoelig onderwerp: wat als je je partner niet (meer) aantrekkelijk genoeg vindt?

“Ik weet niet zeker of ik mijn partner wel aantrekkelijk genoeg vind”. Een gevoelig onderwerp, dat in mijn praktijk regelmatig ter sprake komt, als er getwijfeld wordt aan de relatie. Een twijfel die emotionele afstand creëert en zo een diepe verbondenheid in de weg kan gaan zitten.

Als we het hebben over wat de partner onaantrekkelijk maakt, in de ogen van de cliënt, dan zijn dat heel verschillende dingen: smaak in kleding, gewicht, lichaamsbouw, borst- of bilomvang, bepaalde ‘maniertjes’ (bv. hoe iemand praat, lacht, kauwt, loopt), kleine imperfecties in het gezicht of van het lichaam..

Zo’n bekentenis gaat meestal gepaard met flink wat schaamte, omdat het als oppervlakkig wordt ervaren. Want waarom maken ze dit nou zo belangrijk? Zouden ze niet veel meer waarde moeten hechten aan de andere eigenschappen van hun partner, die ze wel heel fijn vinden? Is het niet ook een onontkoombare realiteit dat fysieke aantrekkelijkheid sowieso afneemt, als we ouder worden? En hoe fysiek aantrekkelijk zijn ze zelf eigenlijk?

Tja.. Maar toch, het voelt wel heel belangrijk. Ze ervaren hierdoor weinig seksuele aantrekkingskracht richting hun partner en des te meer richting anderen. Daar schrikken ze van, en dat maakt hen bezorgd over de toekomst, vooral als er grote relatiemijlpalen op de planning staan, zoals samenwonen, een huis kopen, kinderen krijgen, trouwen.. Op een gegeven moment wordt dit probleem in hun hoofd zo groot, dat ze er continu mee bezig zijn en de gehele relatie in twijfel trekken.

Een aantal gevoelens die hierbij komen kijken, zijn de volgende:

  • Teleurstelling, omdat er weinig aantrekking gevoeld wordt in de relatie
  • Bezorgdheid, omdat er wel aantrekking gevoeld wordt richting anderen
  • Angst, dat dit alleen nog maar erger zal worden, maar ook dat het misschien nooit goed genoeg zal zijn
  • Schaamte, omdat ze van zichzelf balen
  • Schuldgevoel, omdat ze hun partner niet onzeker willen maken

Een oppervlakkig probleem? Ik denk het niet.

 

Overigens, zelden delen ze deze twijfels en bijbehorende gevoelens met hun partner. Het uiterlijk van de ander is een gevoelig onderwerp, dus ze passen wel op. Maar vrijwel elke cliënt, die hiermee komt, probeert het op subtiele wijze aan te kaarten: ze geven hun partner hints of maken suggestieve opmerkingen (“Zou je dat nou wel eten?”), ze maken er grapjes over of doen de partner op grappig bedoelde wijze na (“Ah, je hebt je clownspakkie weer aan? Hahaha!”), of sturen plaatjes of websites door, die motiverend bedoeld zijn (“Kijk, dit is mooi!”). Alles wordt uit de kast gehaald, om de partner op indirecte wijze te stimuleren diens uiterlijk te veranderen.

 

Wat ik doe, als ik dit soort twijfels over uiterlijkheden hoor, is dit gegeven allereerst normaliseren: het komt vaak voor, ze zijn niet de enigen, veel mensen worstelen hiermee. Of het wel of niet veroordeeld moet worden als oppervlakkig, doet er in mijn psychologiepraktijk niet toe, daar gaan we ons dus ook niet mee bezig houden.

Vervolgens vraag ik wanneer hij of zij last van deze twijfels heeft en hoe daarmee omgegaan wordt. Hierbij houd ik het G-schema uit de cognitieve gedragstherapie als leidraad aan:

 

  • Feitelijke situatie: Ik zie dat mijn vriendin wat dikker is geworden, vooral rondom haar buik en billen.
  • Ik denk: Oh jee, als dat zo door gaat, dan vind ik haar straks echt niet meer aantrekkelijk.
  • Ik voel: bezorgdheid, onrust.
  • Ik doe: ik geef haar een tik op haar billen en zeg lachend “moet je niet eens wat rustiger doen met die koekjes?”.
  • Het gevolg: mijn vriendin reageert beledigd en we krijgen ruzie. Ze zegt dat ik haar onzeker maak, en oppervlakkig ben. Ik word boos, en zeg dat ze kennelijk de buit binnen heeft en nu alles laat verslonzen. Ik blijf erover malen en weet niet hoe ik dit op een handige manier aan moet pakken.

 

Wat duidelijk wordt, is dat hier sprake is van een angst-opwekkende gedachte, en dat de manier om daarmee om te gaan een indirecte vorm van controle uitoefenen is. Zouden we aan zijn partner vragen om dit zelfde voorval te beschrijven, dan zouden we misschien zoiets horen:

 

  • Feitelijke situatie: Mijn vriend zegt “moet je niet eens wat rustiger doen met die koekjes?”
  • Ik denk: Oh jee, hij vindt me te dik..
  • Ik voel: onzekerheid, ik voel me beledigd, boosheid
  • Ik doe: ik zeg dat hij me onzeker maakt, en dat hij eens moet ophouden met dat oppervlakkige gedoe.
  • Het gevolg: Ik maak me steeds meer zorgen over mijn figuur. Het verontrust me ook dat dit zo belangrijk voor hem lijkt te zijn. Ik neem me voor gezonder te eten en wat meer te gaan bewegen, maar ik ben bang dat het me niet zal lukken om aan zijn hoge standaarden te voldoen.

 

Wat zijn opmerking met haar doet, is dat het onzekerheid aanwakkert en mogelijk pogingen tot pleasen in gang zet, in een angstige poging weer aantrekkelijk voor hem te worden. Deze veel voorkomende interactie heeft een duidelijk negatief effect op de relatie. Beiden schieten ze in onhandig gedrag: de ander proberen te veranderen versus de ander proberen te pleasen, beiden uit angst voor de gevolgen. “Als ik er niks van zeg, wordt ze alleen maar dikker”. “Als ik hier niets aan doe, dan vindt hij me niet meer aantrekkelijk”.

 

Hoe kan deze gevoelige situatie nu handiger aangepakt worden?

De angel zit hem wat mij betreft niet zozeer in zijn voorliefde voor een slanke vriendin (je voorkeuren kies je helaas niet, die heb je) en haar wens om door haar vriend als aantrekkelijk gezien te worden, maar vooral in de manier waarop hij met zijn bezorgdheid over haar gewichtstoename omgaat.

Wat deze situatie beter had doen verlopen, is het volgende:

 

  • Feitelijke situatie: Ik zie dat mijn vriendin wat dikker is geworden, vooral rondom haar buik en billen.
  • Ik denk: oh jee, als dat zo door gaat, dan vind ik haar niet meer aantrekkelijk.
  • Ik voel: bezorgdheid, onrust.
  • Ik doe: ik vraag op een rustig moment of we even kunnen praten. Ik pak haar handen vast, en vertel haar dat ik dol op haar ben en haar niet onzeker wil maken. Dan zeg ik dat ik merk dat ik wel wat bezorgd ben over haar gewichtstoename, omdat ik bang ben dat ze steeds dikker zal worden als ik er niets van zeg. Ik vraag haar hoe zij dit ziet, hoe het voor haar is dat ik dit zeg, en hoe we dit het beste aan kunnen pakken.
  • Het gevolg: Mijn vriendin geeft aan dat ze dit confronterend vindt, maar dat ze het begrijpt en dat ze het zelf ook al in de gaten had. Ze zegt dat ze graag aantrekkelijk voor me wil blijven, en stelt voor om wat minder snacks in huis te halen en samen wat meer te bewegen in plaats van tv te kijken. Met dat idee stem ik in.

 

Waarom werk ik in zo’n geval niet aan het aanpakken van zijn overtuigingen over haar gewicht, zou je kunnen vragen, je moet je partner toch gewoon accepteren zoals die is?

Ik denk dat er inderdaad een grote waarde schuilt in het loslaten van een onbereikbaar ideaalbeeld, het focussen op de fijne eigenschappen van je partner, het accepteren van minpuntjes en het respecteren van je partner, als de persoon die hij/zij is. Daar zou ik dus zeker ook aandacht aan schenken in de behandeling.

Tegelijkertijd is een dergelijke openhartige en eerlijke, maar tevens respectvolle en liefdevolle communicatie ook heel belangrijk. Twijfels die op deze zachte manier geuit worden, verliezen vaak hun kracht, puur en alleen omdat ze gedeeld worden. Tevens is het nu een gezamenlijk probleem, in plaats van alleen zijn probleem. Paradoxaal genoeg schept het bespreken van dit ongenoegen een band, omdat ze er samen aan kunnen werken, en de relatie kennelijk veilig genoeg is om dit soort gevoelige zaken te kunnen bespreken. Tenslotte wordt nu direct duidelijk wat het effect van zijn twijfel op de partner is, waardoor zijn motivatie om aan zijn eigen denkwijze te werken wordt vergroot.

Dat iets gevoelig ligt, wil niet zeggen dat je er niet eerlijk over mag zijn tegen elkaar. In een veilige relatie is geen enkel onderwerp taboe. Het is de manier waarop je dat onderwerp aansnijdt, die een groot verschil maakt. C’est le ton qui fait la musique.

 

Vanuit de hechtingstheorie, zie je dat mensen met een meer angstige hechtingsstijl eerder geneigd zullen zijn er alles aan te doen om te voorkomen dat de partner hen niet meer aantrekkelijk vindt, dus bereid zijn om andere kleding te dragen, fanatiek aan hun gewicht te werken en zelfs cosmetische chirurgie te laten toepassen. Mensen met een vermijdende stijl, hechten meer waarde aan hun autonomie, en zullen eerder denken: “Ik doe wat ik zelf wil. Als je me niet accepteert, dan ben ik weg”. Iemand met een meer veilige hechting, kan de wens van de partner horen, nieuwsgierig bevragen en serieus nemen, zonder daarbij de eigen waarden (en waardigheid) uit het oog te verliezen. “Ik hoor dat je het belangrijk vindt dat ik slank blijf. Zelf vind ik mijn gewicht nu prima. Ik wil best wat op mijn snackgewoontes letten, zodat je je hopelijk weer wat meer aangetrokken tot me voelt, maar ik ga niet intensief sporten. Ik zou het op mijn beurt fijn vinden als je mijn lijf wat meer probeert te accepteren zoals het nu is.” In dialoog blijven over ergernissen dus, en daar samen een oplossing voor vinden die werkt. Of (uiteindelijk) samen besluiten dat jullie waarden niet voldoende overeen komen en ermee stoppen.

 

Als de partner uit het voorbeeld zelf geen waarde hecht aan haar gewichtstoename en/of aan zijn gevoel van aantrekkingskracht voor haar, dan kan ze dat op dit moment zelf ook open en eerlijk aangeven. “Ik voel me prettig bij dit gewicht, en ik ben niet van plan daar verandering in te brengen. Ook niet als dat betekent dat je me dan niet meer aantrekkelijk vindt”. Hij kan dit vervolgens als een gegeven nemen, en kijken of hij daar mee kan leven. Zij op haar beurt kan uiteraard ook besluiten dat zij niet kan leven met een partner, die gewicht zo belangrijk vindt.

Een relatie koste wat kost in stand houden, lijkt me niet nastrevenswaardig. Je eigen waarden – en die van de ander – goed leren kennen en eren wel. Het liefst vóór je aan grote relatiemijlpalen begint.

 

 


 

PS. Hier valt vanuit psychologisch perspectief nog ontzettend veel meer over te zeggen, maar omdat ik het stuk relatief kort wil houden, kies ik nu voor deze invalshoek. Later meer!

PS2. Mensen die moeilijk hechten, hechten vaak wel onevenredig sterk aan een mooi uiterlijk bij hun partner. De aantrekkingskracht die daar het gevolg van is, helpt hen namelijk om meer te voelen, waardoor het gemakkelijker is om bij iemand te willen zijn en blijven.