Drie maanden samen reizen in een busje? Let’s go! Alleen, we bleken daar net wat andere verwachtingen van te hebben..

Het zogenaamde van life (leven in een tot camper omgebouwd busje) trok mij al jaren. Sinds 2016 maak ik elk jaar een vision board: een groot vel stevig papier waarop ik afbeeldingen en teksten plak, die mij blij maken en inspireren. Dat hang ik dan op een prominente plek in mijn woonkamer, zodat ik er vaak naar kan kijken. Elk jaar plakte ik daar een camperbusje op. Het busleven leek me heerlijk. De vrijheid om te gaan en staan waar je wil – bevalt de plek niet, dan ben je zo weer weg –  in combinatie met de geborgenheid van een knus nestje, met daarin enkel de spullen die je écht nodig hebt.

Alleen, dat busleven zag ik nooit voor me in mijn eentje, maar samen met een geliefde. Veel gezelliger. En veel veiliger. Vrouwen die wel alleen op pad gingen (zoals een goede vriendin van mij) vind ik superstoer, maar zo stoer ben ik zelf helemaal niet. Ik ben juist bang aangelegd: rijden in een normale auto vind ik al doodeng, laat staan in een zes meter lange en twee en een halve meter hoge bus. En dan die drukke buitenlandse snelwegen en smalle steile bergweggetjes, brr. Nee hoor, mij niet gezien. Maar ja, mijn laatste relatie was alweer begin 2015 stukgelopen en in de jaren daarna lukte het me niet een leuke vriend te vinden, dus mijn buswens ging een tijd lang niet in vervulling.

Tot 2020 aanbrak. Mijn vijfde vision board met busje hing al aan de muur en het universum was mij eindelijk gunstig gezind: ik kreeg een leuke vriend, Teun, die ook nog eens een camperbus had. Dubbelbingo. Alleen gooide miss Corona gelijk weer roet in het eten, waardoor we dat jaar een fietsvakantie in Nederland planden. Een jaar later kwam mijn droom dan eindelijk uit: we gingen drie weken op pad met de bus, door het oosten van Frankrijk. Teun was vooraf een beetje bezorgd, omdat ik mijn vakanties vrijwel altijd in luxe hotels had doorgebracht – één of twee weken op dezelfde plek in de watten worden gelegd -, maar dat bleek nergens voor nodig: ik bleek het rondtourende buskamperen minstens net zo leuk te vinden. Het jaar daarop gingen we weer, dit keer ruim vier weken, door midden Frankrijk. Ik vond het vantastic.

.

Fantastisch dus, maar echt busleven was het niet. Ik wilde niet slechts enkele weekjes op vakantie, maar maandenlang op reis. (Om daarna misschien wel jarenlang op pad te gaan). Zo kon ik pas echt beoordelen of het simpele en vrije busleven zo goed bij mij paste als ik dacht.

Teun vond het een tof plan, dus we besloten dat we drie maanden weg zouden gaan (hij werkt als zelfstandig timmerman/bouwer, dus hij kon dat vrij gemakkelijk zo plannen). Dit keer zouden we via het westen van Frankrijk naar Noord-Spanje en het noorden van Portugal reizen, want daar was de natuur zo mooi, volgens Teun. Oké, mooi. Let’s go!

.

Begin april vertrokken we. Mijn ziel-dodende callcenter-flexbaantje had ik even daarvoor opgezegd (het grote voordeel van flexwerk), mijn meubels en wasmachine had ik weggedaan en al mijn overige bezittingen had ik naar de berging van Teun verhuisd. Officieel was ik nu dakloos en werkeloos, maar ik voelde me daar niet echt bezorgd over. Ik had nog altijd een goed gevulde spaarrekening en zo nodig even bij Teun intrekken kon best, dus hoe dan ook: het kwam wel goed. Ik voelde me vooral erg vrij.

Geheel volgens onze persoonlijkheden hadden we niet echt een plan. We zouden per dag kijken hoe lang we die dag wilden rijden en dan daar ergens via de reviews van Google Maps en de app Park4Night een fijne camping of camperplaats zoeken. Daar zouden we dan één of enkele nachtjes blijven, afhankelijk van hoe fijn we het er vonden.

Net als onze vorige vakanties begon deze reis heerlijk relaxt. We verbleven de eerste twee weken – de APK viel tegen – in Zeeland, in een houten huis naast de boerderij van Teuns zus en haar gezin. Ze wonen daar prachtig, heel landelijk en ruim, in een kleine community. Op hun land wonen namelijk nog zes mensen in alternatieve huisjes: een stel in twee tiny houses, een stel met baby (die tijdens onze reis werd geboren) in een yurt en één dame alleen, die in een tipi gaat wonen. We vonden het allebei zo gezellig! Het is dat we niet zo ver van Amsterdam willen wonen..

Ook toen we eenmaal op pad waren bleef het fijn, op af en toe een ruzie na. We reden meestal niet meer dan drie uur per dag, waren het snel eens over waar we wilden staan en genoten van elkaar, de lentezon, de kleurige bloemen en vele pasgeboren dieren en de West-Franse en Noord-Spaanse natuur.

.

Maar.. zo tussen week vier en zes begon dat te veranderen. Ons planloze plan werd wat eentonig: ergens aankomen, de omgeving verkennen, wandelen, zwemmen, eten en vooral heel veel chillen. Zalig natuurlijk, maar op een gegeven moment heb je dat wel gezien. Na al die weken 24/7 samenzijn waren we ook wel uitgepraat. Als we niks actiefs gepland hadden, dan zat ik urenlang te lezen en Teun urenlang te gamen (op zijn telefoon). ‘s Avonds lagen we meestal in de bus een serie te kijken. Kortom: we begonnen ons te vervelen.

Daarnaast ergerde Teun zich er steeds meer aan dat ik campings op ‘saaie’ plekken bleef kiezen, waar niks te doen was buiten luieren, en dat hij ‘saaie’ paden moest lopen, omdat ik de uitdagendere paden niet aandurfde. Ik voelde me door hem onder druk gezet om dingen te doen die ik niet durfde en ook helemaal niet wílde durven. De sfeer tussen ons werd steeds grimmiger.

Wat ook niet hielp was dat er wat vervelende dingen waren gebeurd. Inmiddels waren we in Noord-Portugal en na een aantal ontmoetingen met agressieve loslopende honden tijdens onze wandeltochten, durfde ik niet meer mee te gaan. Ook waren we op mijn verzoek sneller weggegaan uit het Spaanse gebergte Picos de Europa, waar Teun heel graag langer had willen blijven, omdat de weersvoorspellingen een week lang veel regen voorspelden. ‘Je wist toch dat het hier veel regent?’ Ja, dat wist ik, maar ik had er helemaal geen trek in. We waren toch niet voor niets zo mobiel? Daarbij, onze ruitenwissers werkten niet meer en konden ook niet zomaar gemaakt worden (oude Mercedesbus..), en het anti-regenspul dat Teun op de voorruit smeerde vertrouwde ik niet. Ik wilde per se naar een plek met alleen maar zon.

In drie maanden tijd maakten we maar liefst 26 keer ruzie – ik heb ze in een schriftje bijgehouden. Een opdracht van mijn psycholoog, om meer inzicht te krijgen in bepaalde triggers. Inhoudelijk waren het vaak dezelfde ruzies die we in Nederland hadden, ze waren even fel en ze duurden ook even lang (dat is: niet erg fel en niet erg lang, want wij praten de boel altijd meteen weer uit). Alleen de frequentie was zo ongeveer verdrievoudigd. Op een gegeven moment zaten we er zo doorheen dat ik het idee opperde om onze reis te verkorten tot twee maanden.

Teun was het met me eens: zo kon het niet langer. Maar hij wilde onze reis wel gewoon afmaken, en bovendien: er zat iemand in zijn studio; we konden het niet maken om eerder terug te komen. Hierop volgde een lang gesprek, waarin we onze verwachtingen over de reis en onze teleurstellingen over hoe het nu ging duidelijk naar elkaar uitspraken. Dat hadden we vooraf al gedaan, dachten we, maar kennelijk toch niet voldoende.

.

Natuurlijk wilde ik ook graag mooie wandelingen maken – ik had er zelfs een paar dure hikeschoenen voor aangeschaft – maar ik vond één matig-intensieve wandeling per week, max twee, wel voldoende. En dan het liefst op veilige natuurpaden, met veel bloemen, brede vlakke paden en mooie vergezichten. Waar je ook met een gerust hart je zes-jarige kind of je zeventig-jarige moeder mee naartoe kunt nemen. Dus vooral: geen eindeloos geklim op rotsen met losliggende stenen, geen smalle paadjes naast diepe afgronden, geen valse honden in bergdorpen en geen wandelingen met difficulty level: hard van vijf à zeven uur. (Ik heb dit soort wandelingen toch af en toe gedaan, want ik wilde niet steeds de party-pooper zijn. Wel had ik dan constant angst in mijn lijf, hier en daar zelfs een paniekaanval of huilbui: ‘nee nee NEE, ik wil dit echt niet meer!’.. Niet erg bevorderlijk voor de sfeer, kan ik je vertellen.)

Teun had zich juist enorm verheugd op zware hikes in de Picos en de Pyreneeën (die we uiteindelijk zelfs zouden overslaan). Hij wilde het liefst meerdere keren per week urenlange uitdagende wandelingen maken in de bergen. Weer of geen weer. Bovendien, vorige zomer was hij na 25 jaar eindelijk gestopt met roken (hoera!), waarbij hij helaas flink wat kilo’s was aangekomen. Voor hem was deze reis een goede gelegenheid om uit zijn hangerige routine te komen en weer fit te worden.

Oeps. Dat matchte niet echt.

Toch stemde dit gesprek ons allebei milder, omdat we elkaars perspectief zo goed begrepen. We verzonnen een oplossing, die voor ons beiden zou werken: Teun zou zijn verwachtingen over een superavontuurlijke reis wat meer los proberen te laten en er in zijn eentje op uit trekken, als ik een wandeling niet aandurfde. Ik zou me wat actiever opstellen en ook wandelingen aangaan die wat uitdagender waren dan ik zelf zou kiezen.

.

En zo geschiedde. Van gemiddeld drie keer per week ruzie, gingen we naar anderhalf keer per week. Een wetenschappelijk en praktisch significante afname, lijkt me. 😉 Daarmee zaten we net iets hoger dan onze normale frequentie. Aangezien we een LAT-relatie hebben en we elkaar meestal twee keer per week zien – een heel verschil als je het vergelijkt met elke dag de hele dag op elkaars lip zitten – is onze ruziefrequentie in Amsterdam nog geen één keer per week. (Nog een mooie reden om te blijven latten, naast de redenen die ik al eens eerder noemde.)

.

Heel eerlijk. Wat mij betreft had de reis/vakantie beter maximaal vier weken kunnen duren in plaats van 12. Dan blijft het leuk. Daarna heb ik dat vakantieleven wel weer gezien. Dan mis ik het thuiszijn: mijn eigen plek, de afspraakjes met mijn vrienden, het schrijven (waar ik me op reis lastig toe kon zetten) en mijn favoriete plekken in de stad (koffietentjes.. ahh.. <3). Maar ook: vier weken lang regelmatig uit mijn comfortzone stappen vind ik toch echt wel de max. Reizen geeft mij zoveel extra angstprikkels. Ik voel me nu eenmaal graag veilig. Lang leve een kalm zenuwstelsel.

De reis was dus een mix van heerlijk en moeilijk. Ik zag de meest prachtige natuur (ga zeker een keer naar Noord-Spanje als je daarvan houdt!) en ik las maar liefst 25 boeken. Het analyseren van onze ruzies gaf ons weer wat meer zelfinzicht en mijn relatie met Teun voelt nu nog intiemer dan die al was. Tegelijkertijd beseffen we nog meer hoe goed een LAT-relatie bij ons past. Al ziet Teun voor het eerst in dat samenwonen ook fijn kan zijn, nu hij weet dat ik hem ook best uren met rust kan laten (ha!) en de huishoudelijke taken leuker worden als je ze kunt verdelen. Ach ja, misschien ooit, in de toekomst, wie weet. Het voelt in elk geval goed te weten dat we er samen wel uit komen, ook al verschillen – en botsen – we op bepaalde vlakken behoorlijk.

.


P.S.

Wat wonen en werken betreft.. Gelukkig kreeg ik vlak voor de reis te horen dat ik na de reis een jaar in het appartement van een vriend van Teun terecht kon. Een fijne lichte bovenwoning, betaalbaar en in de Jordaan, op vijf minuten loopafstand van Teun. Voorlopig zit ik daar dus goed. Maar ja, het is weer een tijdelijke oplossing, dus volgend jaar zit ik weer met hetzelfde probleem.. Tijdens de reis besloot ik ook dat over te laten aan het universum: er komt tegen die tijd vast weer iets leuks op mijn pad. Zo is het tot nu toe tenslotte altijd gegaan. Ik plak wel weer een mooi klein huisje op mijn nieuwe vision board (en laat het busje dit keer achterwege).

Qua werk heb ik besloten mijn praktijk niet te heropenen – wie weet over een paar jaar weer. In plaats daarvan ga ik me de komende jaren op journalistiek en creatief schrijven richten. Daarom ga ik vanaf september de post-HBO opleiding Journalistiek voor academici volgen aan de Hogeschool Utrecht en hopelijk volgen de journalistieke opdrachten dan vanzelf.

De nieuwe versie van mijn boek – de vorige versie kon eind vorig jaar helaas de prullenbak in – loopt inmiddels gelukkig ook weer, na wat faalangstige en vermijdende stuiptrekkingen.

P.S.2

Via Instagram ontving ik enkele vragen over het effect van de reis op onze relatie. Sommige vragen heb ik in dit blog beantwoord, maar niet allemaal. Die zal ik in een vervolgblog beantwoorden.