Geen zin meer in seks, binnen je duurzame relatie(s) – Wat nu?

In de mooie documentaire ‘Mijn seks is stuk‘, die in 2019 op tv was en ik toen ook al zag, onderzoekt Lize Korpershoek hoe het kan dat zij de behoefte aan seks verliest, zodra ze in een veilige, duurzame relatie belandt. Aan het begin van een relatie is de seks nog goed, maar zodra ze weet dat haar partner niet meer zal verdwijnen, verdwijnt wel haar opwinding.

Een pijnlijk bekend probleem voor veel mensen, zowel mannen als vrouwen, getuige de vele reacties van herkenning, die op deze documentaire volgden. Ellen Laan, hoogleraar seksuologie aan de UvA en tevens voorzitter en oprichter van stichting Seksueel Welzijn Nederland, geeft aan dat ze in haar spreekkamer bijna niets anders hoort. Zij denkt dat het probleem vooral te maken heeft met gebrekkige en onjuiste seksuele voorlichting, iets waar ik ook al eerder over schreef. Ook onrealistische verwachtingen over seks binnen duurzame relaties – kun je verwachten dat dat altijd zo intens zal blijven als aan het begin? – en over de seksuele rolverdeling tussen man en vrouw – de man presteert, de vrouw is onderdanig – kunnen hier een rol in spelen. Verder hebben veel mensen vervelende (eerste) ervaringen met seks, zoals bij vrouwen die anatomisch gezien ook seks kunnen hebben als ze daar opwindingsgewijs nog niet klaar voor zijn, waardoor ze seks niet koppelen aan plezier, verbinding en ontspanning, maar aan iets negatiefs.

 

Ook ik herken dit ‘probleem’. Zodra ik iemand spreekwoordelijk aan de haak geslagen heb, verdwijnt mijn seksuele verlangen naar deze persoon grotendeels. Ik vind het nog steeds heerlijk om lekker te knuffelen en op die manier intiem te zijn, maar seks hoeft niet meer zo nodig; tenzij we er uitgebreid de tijd voor nemen, de juiste ambiance creëren, en er zo een zintuigelijk feestje van maken, dan ben ik er helemaal voor in. Mijn vriend vindt het erg jammer dat ik niet meer op die manier naar hem verlang, en spontaan aangeef zin in hem te hebben. Zeker omdat dit voorheen altijd een groot onderdeel was van onze connectie, in de jaren dat we geen relatie hadden. Dat begrijp ik heel goed, dat is ook een domper. Vind ik zelf ook.

Het is nu de derde keer dat ik het meemaak binnen een relatie (en daarmee in al mijn wederkerige, veilige relaties). Zolang er nog een factor van onzekerheid is, over de beschikbaarheid van mijn partner, blijf ik in contact met mijn lust en initiatief. Ik doe mijn best, uit eigen vrije beweging, omdat ik dan voel dat ik het zelf wil. Ik kan erg genieten van dat verleidingsspel. Niemand hoeft mij te stimuleren daar werk van te maken. Maar.. zodra de onzekerheid over de relatie wegvalt, voel ik die drang niet meer, en valt daarmee ook mijn zin en initiatief grotendeels weg.

 

Voor sommige partners zou het verhaal, dat ze zichzelf hierover vertellen, kunnen zijn: “mijn partner zet haar seks op manipulatieve wijze in, om me voor zich te winnen, en zodra ze me heeft, krijg ik niks meer.”. Een (gender)stereotype verhaal, dat ik in mijn spreekkamer regelmatig hoor, en dat in de media vaak gekoppeld wordt aan het huwelijk: zodra die ring om de vinger gaat, kun je (als man) vaarwel zeggen tegen je bruisende seksleven. Waar het op neer lijkt te komen is dat commitment de doodsteek voor je seksleven is. … Hallo bindingsangst!

Dit verhaal is niet voor niets een cliché: er zit een kern van waarheid in. Maar het manipulatieve en daarmee opzettelijke ervan, is zelden waar. De lust en opwinding, ‘Ik wil je nu!’, die in de beginfase van een relatie vaak nog in hoge mate aanwezig zijn bij beide partners, doven na een bepaalde periode uit, net als gevoelens van verliefdheid.

Heel normaal. Niks om je zorgen over te maken. (Die gevoelens kunnen nog steeds wel opgewekt worden.)

 

Het is natuurlijk ook een ego-ding, voor de partners die hiermee te maken krijgen. Opeens verlangt hun vriend(in) niet meer naar hen, zoals in het begin. “Vind je me niet meer aantrekkelijk?”, vragen ze zich vertwijfeld af, en “ben ik überhaupt nog wel aantrekkelijk?”. Personen die een belangrijk deel van hun zelfvertrouwen uit seksuele bevestiging halen, en die in hun relatie niet meer voldoende ontvangen, kunnen deze bevestiging (op den duur) elders gaan zoeken. Helaas een vaak voorkomende reden voor het verbreken van de relatie of voor vreemdgaan, bewust danwel onbewust. Ik zeg helaas, omdat er best iets aan te doen valt, als een gebrek aan eigenwaarde het probleem is.

 

Als ik voor mezelf spreek, dan was dit nooit de reden van mijn libidoverlies. Ik vond al mijn partners zeer aantrekkelijk. Ik kan nog steeds bewonderend naar mijn vriend kijken, en hem een ontzettend lekker ding vinden. Dat zeg ik ook zeer regelmatig, en ik laat het non-verbaal merken door hem vaak vast te grijpen of speelse tikjes te geven op zijn welgevormde billen. Over zijn aantrekkelijkheid laat ik geen enkele twijfel bestaan. Ik heb hem uitgelegd dat het iets in mij is, dat het niks met hem te maken heeft. Iets wat ik erg belangrijk vind om hem van te verzekeren, om te voorkomen dat hij aan zichzelf gaat twijfelen.

Andersom heb ik dat namelijk meegemaakt, bij een partner die een jaar lang vrijwel helemaal geen seks meer met mij wilde, en dat aan chronische stress weet, zonder daarbij te bevestigen dat hij me nog steeds aantrekkelijk vond. Sterker nog, hij ging opeens zeggen dat ik uit mijn mond stonk, om maar niet te hoeven vrijen. Heel naar en schaamtevol voor mij. Deed ik toch een poging, dan riep hij: “Blehhh…! Ga weg!”. Ik kon tandenpoetsen, tongschrapen en me zelfs medisch laten onderzoeken wat ik wilde (er bleek niets aan de hand), hij bleef weigeren. Hij was op z’n zachtst gezegd niet zo aardig tegen me. (Waarom ik dan toch bleef is weer een ander verhaal.) Het bleek in elk geval een effectieve strategie om mij op afstand te houden, want ik werd enorm onzeker, waardoor ik niks meer durfde te proberen. De ‘harde waarheid’ was – denk ik achteraf – dat hij geen lustgevoelens meer had, maar dat hij dit niet wilde zeggen. Ik had die waarheid wel aangekund. We hadden sowieso weinig seksuele klik; al vanaf het begin niet. Er was nog veel meer mis in die relatie hoor, maar de terugkerende ruzies over ons ontbrekende seksleven en zijn onwil daar iets aan te doen, waren wel onderdeel van onze breuk.

Zo moet het dus niet, als je denkt dat je seks stuk is.

 

Wat is dan wel de oplossing?

In de documentaire leert Lize dat ze wellicht te vroeg aan seks begonnen is, toen ze daar nog niet klaar voor was, en dat ze een patroon ontwikkeld heeft in haar jonge jaren, van doen wat de ander van haar verwacht. Middels yoga en Tantrische contactoefeningen leert ze haar lichaamsbewustzijn te vergroten, zodat ze beter in contact komt te staan met haar gevoelens. Tijdens dit hele proces merkt ze dat ze het fijner begint te vinden om haar vriend weer aan te raken. De overwinning? Trouw blijven aan haar gevoelens. “Mijn seks is niet stuk, mijn seks is gewoon mijn seks.”

Het klinkt misschien verrassend, maar de oplossing lijkt vooral te liggen in het accepteren van dit gebrek aan uit-het-niets-ontstaande lustgevoelens, en het vooral niet persoonlijk te nemen, of er een dramatisch verhaal van te maken. Praat er samen over. Wat betekent dit voor jullie beiden? Geeft het onzekerheid, of zorgen over de toekomst? Hoe kunnen jullie je seksleven desondanks toch interessant, plezierig en wederzijds bevredigend houden? Nodig elkaar uit om hier open over te brainstormen. Wat verstaan jullie beiden onder een goed seksleven? Hoe ziet dat er concreet uit? Zijn er dingen die jullie lastig vinden, zoals vragen om wat je prettig vindt of de controle uit handen geven? Zijn er zaken die jullie graag anders willen? Experimenteer daar dan een beetje mee. Zelf zorg ik er bijvoorbeeld voor dat ik toch regelmatig initiatief blijf nemen, maar dan wel op een manier die ik zelf ook prettig vind en die past bij hoe ik me voel in het moment. Met hier en daar wat nieuws, voor de variatie. Het resultaat is een seksleven dat (ook op lange termijn) bevredigend blijft.

En tenslotte, rouwen om het verlies van die heerlijk intense gevoelens uit de beginfase is soms ook nodig. Dat mag je best een beetje jammer vinden.