Vroeger wilde ik niets liever dan een relatie met de persoon waar ik verliefd op was. Daar hoefde ik geen twee keer over na te denken. Ik wilde samenzijn, liefst continu. Dat leek me de hemel op aarde. Mijn hele leven stond in teken van het ‘krijgen’ en daarna houden van mijn geliefde. Dat dat nooit écht lukte, zorgde ervoor dat ik ernaar bleef verlangen.
Tot het wel een keer lukte.
En ja, het was heerlijk! Het was fijn, vertrouwd, warm, geborgen. Ik voelde me thuis bij hem. Veilig. Ik kon me eindelijk ontspannen.
Maar ik begon ook de spanning te missen, het verlangen naar elkaar. Alles was zo vanzelfsprekend. Dankbaarheid en blijdschap verdwenen en maakten plaats voor constante ergernisjes en een bepaalde vlakheid. De passie was weg.
Zo wilde ik mijn leven niet leven. We gingen uit elkaar.
Mijn ideeën over een relatie zijn sindsdien sterk veranderd. Waar dat eerst vrijwel volledig positief was, is dat nu gemengd positief en negatief. Want nu het me wel een keer écht gelukt is, zit dat verlangen naar samenzijn en geborgenheid nog altijd dicht onder de oppervlakte, maar voel ik tegelijkertijd de angst om weer in een veilige sleur te belanden en mijn vrijheid kwijt te raken.
Door deze angst kan ik eeuwig in een soort van date-fase blijven hangen, zonder ‘relatie’-stempel. Dat doe ik nu al 5,5 jaar..
Deze stempel wekt namelijk bepaalde verwachtingen. Gaan we elkaar dan vaker zien? En hoeveel vaker dan? Gaan we elkaars vrienden en familie dan leren kennen? En gaat hij dan verwachten dat ik overal mee naartoe ga? Gaan we dan elke keer samen op vakantie? Zullen we uiteindelijk gaan samenwonen, misschien zelfs kinderen krijgen? Blijven we voor altijd bij elkaar?
Het gaat mij natuurlijk niet om die zaken an sich, maar om de mogelijke gevolgen daarvan. Want wat gebeurt er als we elkaar steeds beter leren kennen? Vinden we het dan nog wel zo heerlijk om bij elkaar te zijn? Zullen we ons dan nog wel tot elkaar aangetrokken voelen? En mogen we dan nooit meer met een ander zijn? Is dat deel van het leven dan ‘voor altijd’ afgesloten? Zal mijn leven ineens in grote mate bepaald worden door het levensritme en de bezigheden van mijn geliefde?
Kortom: is die vrije en intense tijd waarin alles nog mogelijk is dan voorbij en begint het verantwoordelijke, volwassen leven vol sleur, verplichtingen en ontevredenheid?
Zo! Dat is me nog al een negatieve overtuiging over relaties die ik daar heb opgedaan.
Een paar jaar geleden merkte ik voor het eerst dat ik die overtuiging had. Ik was al maanden verliefd op iemand en we hadden het heel fijn samen. We hadden geen officiële relatie, daar was hij niet aan toe. Zijn ex zat nog teveel in zijn hoofd (die eeuwige geïdealiseerde exen ook altijd..) en hij wilde zijn vrijheid niet opgeven. Ik wilde hem niet kwijt, dus ik bleef hem zien, hoewel ik het er erg moeilijk mee had. Ik offerde mijn eigen behoefte aan veiligheid op voor zijn behoeften. (Nooit een goed idee overigens..). Het was een emotionele tijd, waarin ik me steeds bewuster werd van mijn verlatingsangstige patronen en steeds beter leerde hem zijn vrijheid te geven. Maar het bleef een worsteling. Vlak voordat hij een paar maanden op reis zou gaan, gaf ik aan nog even van hem te willen genieten en er dan mee te willen stoppen. Dit resulteerde erin dat hij bang werd me te verliezen en me op een avond toch om ‘verkering’ vroeg. Hoewel ik maandenlang had gehoopt op dit moment, bevroor ik. Ik was niet blij, ik was bang. Ik stamelde iets in de richting van “ehh.. ik weet het niet lieverd..”. Heh? Wat gebeurde hier? Het was voor hem een enorm ding, een relatie, en hij had gedacht dat ik heel erg blij zou zijn. Ja, dat dacht ik ook. Ik begreep mezelf net zo min.
Nu begrijp ik het wel. Door het mislopen van mijn lange relatie had ik ineens ook last van bindingsangst gekregen.
Ik zei een paar dagen later dat ik wel een relatie met hem wilde, maar dan een ‘spirituele relatie‘, zoals Jan Geurtz die beschrijft. Ik had daar boeken over gelezen en een cursus over gevolgd, en samen hadden we naar filmpjes van Jan Geurtz gekeken. Zo’n spirituele relatie leek ons allebei wel wat: heel vrij en toch verbonden. Dus zo geschiedde, we werden officieel een stel.
Maar we hadden geen idee hoe zo’n spirituele relatie in de praktijk zou moeten werken.
Tijdens zijn reis bleef mijn verlatingsangst opspelen en bleef onze interactie gevuld met drama. Ik had het bewustzijn en de vaardigheden nog niet om daar goed mee om te gaan en hij evenmin. Dus.. niet lang nadat hij terug was stopten we ermee, dit ging zo niet werken. Intens verdrietig was ik.
Ik zette in de periode daarna alles op alles om me te bekwamen in de vaardigheden die een bewuste relatie van mij zou vereisen, want dat is wat zo’n spirituele relatie is. Ik kon al snel ‘oefenen’ op iemand waar ik me erg tot aangetrokken voelde en die ook met dit soort dingen bezig was, maar waarbij de liefde minder diep zat. Ik mediteerde, deed the Work van Byron Katie, leerde m’n emoties reguleren en geweldloos communiceren. Ik werd een compleet ander mens, in de liefde welteverstaan.
De angsten sluimeren nog lichtjes, maar ik ben er klaar voor me in vrijheid te verbinden!