Kiezen in de liefde: met je hart of met je verstand.. of met allebei?

Nu ik zo hard aan mijn verlatingsangst gewerkt heb de afgelopen jaren, merk ik dat het risico er is, dat ik er wat in doorsla. Waar ik me voorheen zonder enig voorbehouden in liefdesrelaties stortte, zonder te kijken of er toekomst in zat, puur en alleen omdat ik zo verliefd was (ook al kwam daar uiteindelijk vaak weinig van terecht), voel ik nu een net zo grote terughoudendheid om überhaupt nog ergens in te stappen. Een aversie bijna. Ik wil er niet meer aan beginnen. Ik zie ineens heel duidelijk wat er allemaal NIET goed is aan de mannen die mijn hart leuk vindt en waarom het toch nooit zal gaan werken tussen ons. ‘Nee, want: te onbetrouwbaar, te zeer een kort lontje, te kritisch, te reislustig, te veel met zijn werk bezig, te zoekend, te emotioneel instabiel, zorgt niet goed voor zichzelf…’. Ik let nu veel meer op de minpunten, dan op alles dat wel leuk is. Mijn hart negeer ik hierbij volledig; daar kon ik voorheen niet op varen dus ik vertrouw haar niet meer. Ik vertrouw nu veel meer op mijn hoofd, mijn ratio. Dat was voorheen 180 graden omgekeerd.

Voor nu is dat misschien prima en gewoon even heel hard nodig, maar het lijkt me niet zo handig op de lange termijn. Een beetje terughoudendheid en rustig aftasten aan het begin van een relatie is heel gezond, maar het moet niet doorslaan in een te kritische houding natuurlijk. Iedereen heeft minpunten en geen enkele relatie is perfect.

Ik herken de neiging tot dit radicale switchen in gedrag ook bij anderen. Die neiging om, zodra je doorkrijgt dat je een ongewenst patroon bezit, keihard de andere kant op te rennen wat dat patroon betreft.

Dat schijnt heel menselijk te zijn. Ik kwam dit fenomeen al eerder tegen in de boeken van spiritueel schrijver Jan Geurtz (van o.a. Verslaafd aan liefde). Hij noemt dit ‘het dissociëren van een bepaald patroon’. Zodra we ons bewust worden van een negatief of onhandig patroon, zoals bijvoorbeeld onze neiging tot oordelen, het verzinnen van smoezen of geen ‘nee’ kunnen zeggen, vinden we onszelf maar stom dat we dat patroon hebben en vinden we dat het helemaal anders moet. We versmelten dan al gauw met een nieuw patroon, dat hier de tegenpool van is. Maar hiermee belanden we van de regen in de drup, omdat dat nieuwe patroon vaak ook weer tot in het extreme getrokken wordt. Tot we ons dáár weer bewust van worden en wederom besluiten dat het anders moet.

Een alledaags voorbeeld. Je wordt er een paar keer van beschuldigd gierig te zijn en ziet, na een eerste defensieve reactie, in dat dat inderdaad zo is. Bij het geven van rondjes wacht je net zo lang tot jullie naar huis gaan en bij het kopen van kado’s maak je je er met een klein bedrag of een ‘oeps, vergeten!’ van af. Je spaart je geld liever, dan het aan anderen uit te geven. Oei. Gierigheid past niet bij de persoon die je wilt zijn, dus je besluit dat je guller moet worden. Opeens merk je dat je grotere bedragen besteedt aan de verjaardagen van je vrienden en dat je er als de kippen bij bent om een rondje te geven. Je zult het jezelf en anderen laten zien: jij bent gul, niet gierig! … totdat, je beseft dat je een beetje aan het overdrijven bent. Je bent nu wel erg veel geld kwijt aan giften en je merkt dat anderen zich ongemakkelijk voelen bij al die gulle kado’s. Je bent van het ene naar het andere uiterste gegaan. Ook dit is niet wie je wilt zijn. Langzaam begin je jezelf weer wat meer spaarzaamheid toe te staan. Uiteindelijk kom je ergens in het midden uit: geen Dagobert Duck, maar ook geen Sinterklaas. Gewoon je soms gierige, soms gulle zelf.

Stiekem geniet ik er nu van om me ineens niet meer zo ‘needy’ te voelen en niet meer alleen de fantasie te zien, in plaats van de rauwe realiteit. Ik heb deze fase echt even nodig, als tegenhanger voor de periode daarvoor. Daar hoef ik niet zo snel weer van af te komen. Ik mag even leven als iemand die juist níet in een relatie wil zijn, om te ervaren hoe dat is en ook daar levenservaring in op te doen. Zo zal ik uiteindelijk ook anderen met dit perspectief beter begrijpen. Het maakt me een completer mens om een tijdje in deze tegenpool van het bekende te vertoeven. Hierdoor zal ik uiteindelijk ook een completer mens aantrekken, zoals ik in een eerder stuk al beschreven heb.

Ik denk dus dat het wel los zal lopen. Ik heb mezelf er eigenlijk al vroeg op betrapt, voordat ik überhaupt in een volgend liefdesverhaal gestapt ben, met iemand waarvan ik rationeel denk dat we goed matchen zonder dat ik dit ook daadwerkelijk zo voel. Dat zou een teken van bindingsangst zijn, naar mijn idee; dán zou ik doorgeslagen zijn naar de andere kant. Zo ver laat ik het niet komen. Het wordt dus zoeken naar een nieuwe balans: zowel een hoofd dat ja zegt, als een hart dat ja zegt. Volmondig. Maar eerst nog even van mijn NEE genieten.