Daten met je hart én je hoofd – Niet zo romantisch, wel verstandig

“Hoe is het eigenlijk afgelopen met die ene leuke man uit één van je laatste blogs?”.

Het was de eerste man, sinds mijn bewust celibataire periode, waar ik me voor opengesteld had. Deze erg aantrekkelijke, interessante en fijn-kussende man was bovendien 12 jaar ouder dan ik, woonde in het buitenland, had twee kinderen én was pas sinds negen maanden gescheiden.

Waar ik er voorheen blind in zou zijn gedoken, puur op basis van aantrekkingskracht, gebruikte ik dit keer ook mijn hoofd. Ik bekende hem eerlijk dat mijn interesse in hem zeker was gewekt, maar dat deze laatste vier zaken mij wat voorzichtig maakten, en ik hem sowieso eerst rustig aan wilde leren kennen.

Dat viel geloof ik verkeerd, want “waarom had het die vrijdagnacht dan zo goed passend geleken en waren deze zaken toen geen probleem voor me geweest?”. Ik legde hem uit dat ze voor een avondje zoenen niet zozeer een rol speelden, maar als we elkaar vaker zouden zien natuurlijk wel.

Opeens begon hij zich terug te trekken. Waar hij van start was gegaan met behoorlijk wat berichtjes, foto’s van waar hij was en leuke plannen voor ons samen in de stad waar hij woont (en ik hem daarbij een beetje afremde), kreeg ik opeens nauwelijks meer iets. Ik vroeg hem of zijn enthousiasme gedaald was.

“Ja, waarschijnlijk wel”, was zijn antwoord, “ik heb er wat langer over nagedacht en ik merk dat ik heel sterk ook de fysieke component nodig heb om in vuur en vlam te staan.” Ah ja. De befaamde fysieke component.

Hij vervolgde: “Als ik dan laatst mijn agenda zat te checken op mogelijke weekenden voor jou in …land waar hij woont… en zat te rommelen met het uitzoeken van wanneer ik dan in Nederland zou zijn, werd ik daar een beetje moedeloos van. Zo vast alles zit en zo weinig wiggle-room, ook vanwege de kinderen die nog helemaal niet klaar zijn voor het idee dat Papa op het idee gekomen is dat het fijn is om met een andere dame dan Mama te knuffelen.” Mooi gesproken.. Maar zou het werkelijk zo zijn, dat hij dat eerder niet beseft had, toen hij spontaan enkele weekenden voorstelde waarop ik naar hem toe kon komen..? Het leek me sterk, maar vooruit, ook wel weer begrijpelijk, gezien zijn situatie.

“Je vroeg me of ik het fijn vind ‘iets van liefde’ in mijn leven te hebben? JA. Dan ook graag bijna elke dag en ook met bij elkaar zijn en aanraken, samen praten en ook zwijgen.” Aha, dit was nieuw voor mij. Deze man leek af te wijken van de mannen die ik eerder aangetrokken had: mannen die veel eigen tijd nodig hebben en nooit zouden zeggen dat ze graag ‘bijna elke dag’ samen willen zijn. Waarschijnlijk geen vermijdend type dit keer, ook dat is winst!

“Ik heb al een keer een jaar lang een heeeele lange afstand relatie gevoerd en daarbij vrijwel elk weekend in dat jaar bezocht danwel ontvangen. Dat zou ik vanwege mijn huidige situatie niet kunnen (willen?). Hoe zie jij dit dan?”

Tja, hoe zag ik dit?

Ik gaf hem gelijk, dat dat lastig zou worden, maar zei ook dat ik het avontuur wel aan zou willen gaan als het echt klikte tussen ons. Een lange afstand relatie is niet direct een deal-breaker voor mij. Misschien juist fijn, omdat het dan langer sprankelend blijft. Ik wilde het in elk geval een kans geven, als hij in augustus weer eens in Amsterdam zou zijn. Elkaar dan rustig aan beter leren kennen. Maar ook gaf ik aan dat, als hij überhaupt niet open stond voor een lange afstand relatie, ik het nut niet zo zag van nog een ontmoeting. Want, als ik hem dan nog net zo leuk zou vinden als tijdens onze eerste avond samen, dan zou het alleen maar lastiger worden.

Uiteindelijk ontving ik het volgende: “Hey hey, ik heb er het hele weekend over nagedacht en ik denk dat je gelijk hebt. Waarschijnlijk is het voor ons beiden een ‘no-win’ situatie. Helaas. De romanticus in mij zucht wel naar nog een ontmoeting, maar ja – wat kan daaruit worden? Ik heb nog lang erover gedacht of we ‘gewoon’ als interessante mensen elkaar nog eens zouden ontmoeten, maar als er dan voor één van ons of beiden toch meer aan de hand is zitten we met de gebakken peren :). Maar gewoon stoppen en de héle fijne zoenavond een mooi plekje geven in ons mooie-ervaringen-kabinet? x …zijn naam…“.

Ik ging er mee akkoord. Als hij erbij bleef dat het nooit een haalbare kaart kon worden, dan was dat wat het was. Dan ging ik liever richting een mooie herinnering. Helaas.

En dat was dat.

Een bitterzoet verhaaltje voor mij. Enerzijds fijn om weer te merken dat ik mijn hart kon openstellen naar een nieuw iemand. En zonder daarbij te hard van stapel te lopen en mijn nieuwe waarden rondom de liefde overboord te gooien. Ik kon dit keer voet bij stuk houden en het afkappen, voor ik mezelf pijn zou (laten) doen. Anderzijds vind ik het natuurlijk jammer dat het alweer afgelopen was, voor het echt had kunnen beginnen. ‘De romanticus in mij’ baalt daar ook enorm van.

Hij eindigde onze interactie met: “Nou ja, wie weet, misschien krijgen we ooit toch nog eens de geest!”. “Ja, wie weet!”, antwoordde ik.

Iemand die de romantiek hoog heeft zitten en die zijn einde’s graag open laat.. Ik denk dat we erg op elkaar lijken.